Het was warm de afgelopen dagen, ik denk dat ik jou dat niet hoef te vertellen. Menig mens in mijn omgeving en ook het weerbericht herinnerde mij er telkens aan dat het goed warm was. En ik merk heel snel aan mijzelf dat ik enorm kan zweten als het goed warm is, maar niet zoveel als een oude vriend van mij die al enorme natte plekken in zijn shirt had staan bij elke beweging die hij maakte.
Dat zette mij aan het denken: zou er een verschil zijn tussen mensen die zwemmen in hun vrije tijd en mensen die andere soorten sport beoefenen. Daar was in eerste instantie moeilijk wat over te vinden, tot ik ineens stuitte op een artikel dat dit vraagstuk behandeld. Nu moet ik er wel bij zeggen dat er maar 10 zwemmers, 10 hardlopers en 10 niet-sporters zijn meegenomen in het studiedesign, dus de groepen zijn niet heel groot. Toch wil ik graag delen wat ik heb gevonden.
De onderzoekers van deze studie kwamen iets anders tot hun vraagstelling als ik: ik kwam er via een vriend van mij, de onderzoekers kwamen er via een verwachting. Zij stellen namelijk dat, omdat zwemmers in een wateromgeving trainen, ze waarschijnlijk niet zo veel zweten als hardlopers die op het land trainen en ze zouden daarom niet dezelfde mate van zweetaanpassingen hoeven te ontwikkelen. Het doel van het onderzoek was dan ook om de zweetsnelheid en elektrolytenconcentratie te vergelijken bij zwemmers, hardlopers en niet-sporters.
Om dit doel te behalen hebben ze tien zwemmers (22,9 ± 3,1 jaar oud), 10 hardlopers (25 ± 2,9 jaar) en 10 niet-sporters (26,5 ± 2,2 jaar) laten fietsen in de hitte (32°C en 40% relatieve luchtvochtigheid) gedurende 30 minuten met vergelijkbare intensiteit relatief naar hun maximaal mogelijke intensiteit. Het zweetvolume werd berekend uit het verschil in lichaamsgewicht voor en na het fietsen, aangezien ze niet mochten drinken. Zweet werd tevens van het schouderblad opgevangen met behulp van een absorberende pleister op de huid om te kijken welke zouten er in het zweet zitten en in welke concentratie.
Het zweetvolume (L) van zwemmers was lager dan dat van hardlopers en vergelijkbaar met dat van niet-sporters . De natrium- en chloorconcentratie van zwemmers en niet-sporters waren hoger dan die van hardlopers. De concentratie kalium was vergelijkbaar tussen de groepen.
Dus concluderend hebben de onderzoekers gesteld dat het lagere zweetvolume en hogere concentraties natrium en chloor in zweet van zwemmers, in vergelijking met hardlopers, aangeven dat training in het water niet dezelfde mate van zweetaanpassingen veroorzaakt. In andere woorden, we zweten als zwemmers wellicht wat minder, maar ons zweet is wel zouter!
Dan nog een klein, minder smakelijk, afsluitend feitje… De gemiddelde zweetproductie van zwemmers was 12 milliliter/uur/kg lichaamsgewicht. Volgens de website van een grote badkamerboer is er gemiddeld 135 liter nodig om een bad te vullen. Mocht je dus gemiddeld zweten, en je afvragen hoe lang je intensief moet sporten in de hitte om een bad te vullen kun je de volgende formule invullen:
Succes!